Woensdag

Al heel vroeg werd ik wakker in het zweet. Het zal nog wel een tijdje duren vooraleer ik gewend raak aan deze tropische hitte!

Op het programma stond een eerste kennismaking met Mombasa. Het plan was om het consulaat te bezoeken, een lokaal telefoonnummer aan te schaffen en verder vooral onze ogen de kost te geven. We maakten ons ook klaar voor de eerste belevenissen met het openbaar vervoer: de ‘matatu’ en de ‘tuk-tuk’.

Ook in Mombasa zijn er nauwelijks verkeersregels. Een ‘matatu’ is zeer zeker niet het veiligste transportmiddel in Kenia, maar wel relatief goedkoop. Deze kleine busjes zijn geschikt voor 14 personen en hun doel is zeker niet minder passagiers aan boord te hebben. Achter het stuur zit onveranderlijk een kamikazepiloot. Ze willen hun traject ook zo snel mogelijk afleggen en deinzen er niet voor terug om anderen langs links en rechts voorbij te steken en haar elkaar zoveel mogelijk de loof af te steken. Een echte belevenis! Bij de meeste ongevallen is een ‘matatu’ betrokken. Eens de politie ten tonele komt, willen ze die het liefst wel te vriend houden. Een overtreding kost al gauw 500 Keniaanse Shilling, een immens bedrag voor de lokale bevolking.


Intermezzo: De matatu

Matatu’s zijn particuliere minibusjes en tot busjes omgebouwde pick-ups, die een min of meer vaste route rijden rond het stadscentrum en tussen de steden. Men kan op elke willekeurige plaats langs de route in- en uitstappen. Ze rijden niet op vaste tijden, zoals de bussen. De matatu’s rijden van zonsopgang tot na het invallen van de duisternis en komen bijna overal, zelfs in de meest afgelegen gebieden. De plaats van bestemming staat vaak aangegeven op een bordje achter de vooruit of op de flank van het busje geschilderd. Ze zijn, net als de vele particuliere busmaatschappijen, uit noodzaak geboren omdat de routes en de capaciteit van de officiële bussen te beperkt waren. Volgens recentelijk ingevoerde wetten mogen er ‘nog maar’ maximaal 14 passagiers worden meegenomen en de matatu’s zijn nu ook voorzien van snelheidsbegrenzers. Desondanks zitten ze altijd propvol. ’s Nachts worden het echte R&B-tempels: muziek op hoog volume, felgekleurde neonlampjes (blauw, rood, geel, …) in en op de auto,….

Matatu komt van het Kikuyu-woord ‘tutu’, dat 3 betekent. Bij de allereerste matatu’s kostte ieder ritje namelijk drie 10 cent stukken. Tegenwoordig zijn ze niet of nauwelijks goedkoper dan de bus. Voor de meeste Kenianen zijn ze het enige betaalbare vervoermiddel. Men vraagt het best bij lange ritten vooraf hoeveel het kost. De chauffeur betaalt de eigenaar van het voertuig elke avond een vast bedrag en wat hij extra incasseert mag hij houden en vormt dus zijn bijverdienste. ‘Tijd is geld’ luidt dan ook het motto! En zo rijden ze er ook naar! Men betaalt tijdens of aan het eind van de rit aan het hulpje van de chauffeur. Deze zit achterin of hangt buiten aan de auto als er binnen geen plaats meer is en is meestal in het rood gekleed. Hij is ook behulpzaam bij het ronselen van passagiers en hij geeft de chauffeur te kennen wanneer er iemand uit wil stappen door op de carrosserie te tikken, te fluiten of te roepen. Grote bagage gaat vaak op het dak en kost extra. Heel soms valt daar ook een rugzak onder! Op sommige matatu’s staan fraaie spreuken of namen, zoals ‘God is Good’, ‘Sleeping Coach Express’, ‘Take me Home’ en ‘A Beautiful Woman Does Not Stay With One Man’. Een rit met een matatu is een hele belevenis, maar men moet zich bedenken dat ze nogal eens betrokken zijn bij ongelukken door hun gevaarlijke rijgedrag (onverantwoord inhalen, plotseling stoppen, …), overbelasting of slechte staat van onderhoud.


Een ‘tuk-tuk is een gemotoriseerde driewieler, waar maximaal 3 passagiers mee vervoerd kunnen worden.

Net als in Naïrobi is het hier in Mombasa een enorme mierennest. Iedereen lijkt wat doelloos rond te lopen of langs de straatkant te zitten. Toeristen worden aanzien als een zak geld die uitgebuit dienen te worden. Iedereen wil zijn diensten aan je bewijzen en klampt je aan, ofwel om iets te kopen of om zich rond te laten leiden. Ze zijn allemaal zeer gedienstig en vriendelijk, zeker als ze de indruk krijgen dat ze geld uit je kunnen slaan.

Eens de ‘matatu’ uitgestapt werden we dan ook meteen overrompeld door enkele plaatselijke gidsen die ons persoonlijk door Mombasa wilden leiden. Dit echter met slechts één doel: in ruil voor de geleverde diensten geld ontvangen. Soms handig, maar toch veelal onaangenaam!

Al vlug bleek het consulaat zich niet te bevinden op het adres dat vermeld stond in de reisgids. We besloten dan maar een bezoekje te brengen aan het ICRH en Dr. Reyners. We dachten dat we hiervoor in het Coast Provincial General Hospital wel terecht zouden kunnen. We werden vriendelijk onthaald door een mevrouw aan de receptie, maar zij kon ons niet echt helpen. Het districtcentrum van het ICRH en Dr. Reyners bevonden zich, je kan het waarschijnlijk al wel raden, op een andere locatie! Gelukkig niet zo heel ver van het ziekenhuis vandaan, zodat we er te voet heen konden. Daar ontmoetten we Dr. Reyners, de man die ons verblijf in goed banen zou moeten leiden. Hij was tevreden ons te zien. Hij heeft zich al goed weten in te burgeren: blazer op het hoofd gericht en zeker niet teveel enthousiasme uitstralen als er dient gewerkt te worden! Hij gaf ons het GSM-nummer van de ereconsul (de man van Prof. Temmerman) en de namen bij wie we in het ziekenhuis terecht zouden kunnen. Verder liet hij uitschijnen dat we voor ons verder verblijf niet teveel op hem moesten rekenen.

Daarna besloten we om een GSM met bijbehorende SIM-kaart aan te schaffen. Het leek ons het veiligst en verstandigst om in een erkende winkel ten rade te gaan. Voor 17 000 KSh (Keniaanse Shilling) kregen we een GSM met ingebouwde SIM-kaart en wat belwaarde. Mijn Keniaans nummer is +254/710960723 (Safaricom) en ik zou met dit nummer oproepen en berichtjes uit het buitenland kunnen ontvangen. Dus laat af en toe maar iets van jullie horen, ;-)!

Daarna keerden we terug naar onze verblijfplaats en vatten het plan op om Nyali Beach te verkennen. Op het strand werden we ook meteen weer aangeklampt door touroperators die safari’s organiseren. Ze slaan een praatje met je, geven hun kaartje en hopen dat je op hen beroep zal doen als je van plan bent een safari te doen. Ook maakten we kennis met enkele jonge Keniaanse meisjes die hun diensten aan ons willen aanbieden. Ze proberen een conversatie met je aan te knopen, maar het gesprek krijgt al gauw een andere ondertoon. Ze vragen wat je nog doet deze avond, waar je woont, … . Een gemakkelijke bijverdienste voor deze meisjes en op een bepaalde manier kan ik deze meisjes ook wel begrijpen! Prostitutie is echter verboden in Kenia, maar een welgekende plaag in de steden, zeker aan de kuststreek.

De avond werd afgesloten met een zelfbereide spaghetti en een spelletje ‘Tai Pan’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten